
Twente is in het midden van de 18e eeuw relatief arm. De grond is niet of nauwelijks ontgonnen. Natuur, water, veen. Een desolaat gebied.
Voor onze documentaire zijn we op zoek gegaan naar een gebied waar we kunnen filmen om zo dicht mogelijk bij het Twentse landschap van die tijd te komen. Op advies van Jan Bornebroek zijn we uitgekomen bij de Engbertsdijkvenen
Een uitgestrekt hoogveengebied met levend en herstellend hoogveen en heide, nabij Kloosterhaar. Een restant van het grootste hoogveengebied dat ooit het noordoosten van Nederland bedekte. Het veengebied ontwikkelde zich na de laatste ijstijd, meer dan 10.000 jaar geleden. In de 15e eeuw begonnen de monniken van het klooster in Sibculo met de afgraving van dat veen. Ooit was meer dan de helft van ons land bedekt met ondoordringbaar hoogveen. In de laatste paar eeuwen is bijna al dit hoogveen afgegraven voor de winning van turf, het zogenaamde ‘bruine goud’. Nu maakt dit gebied deel uit van Natura 2000, het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.
In goed overleg met boswachter Jeroen van Staatsbosbeheer hebben we prachtige opnames kunnen laten maken. Laat je verrassen in de eerste twee minuten van onze documentaire.
